Geschiedenis

Een nadere introductie.

v.l.n.r Dirk ten Brinke, Leo Heremans en Piet Rol

Piet had al op jonge leeftijd een passie voor dieren. Het begon op 6-jarige leeftijd met een toompje kippen. Zijn broer Jan, die 13 jaar ouder was bezat in die tijd al sierduiven. Toen broer Jan in het kader van zijn militaire dienst een opleiding moest volgen om te worden uitgezonden naar een ver en exotisch land sloeg het duivenvirus al vroeg, maar wel al definitief toe. Piet verzorgde namelijk de duiven tijdens de afwezigheid van broer Jan. De rest is geschiedenis want een nieuwe duifmelker was voor het leven geboren.

Een duivenmelker met een duif in het hart. Het dier ging vaak boven de prestaties! Zijn hele jeugd bezat Piet duiven en in 1969 sloot hij zich als 16-jarige aan bij de roemruchte vereniging P.V. De Insulinde uit de Commelinstraat om deze vereniging pas in 2003 te verlaten. Aan het eind van de jaren zestig was Amsterdam Oost bezaaid met duivenhokken en vond je om de paar straten een vereniging, aldus Piet.

Al snel had Piet Rol in de gaten dat het om ‘goeie duiven’ draaide. De eerste duiven van kwaliteit kwamen van Koen Prasing uit Amsterdam. Prasing was lid van PV De Bonte Duif en later lid van PV  Het centrum. Hij had de zuivere Corneel Horemans duiven en was goed bevriend met de Amsterdam topspeler en koper van dure duiven Chris Harlaar (van de Rozengracht). In die jaren ging het nog niet om ras of soort maar werd er alleen gekeken naar prestaties. Piet leerde Prasing kennen op de roemruchte Noordermarkt in het hart van de Jordaan. Er kwamen jaarlijks een tiental duiven van Prasing naar de hokken aan de Bataviastraat totdat Prasing ging verhuizen naar Lelystad. De prestaties volgden al spoedig want één van de duiven van Prasing vloog al spoedig een vroege prijs op de vlucht vanuit Noyon en een ander vloog 7e St. Dizier jonge duiven 1971 in Noord-Holland. Voor de toenmalige leerling stratenmaker een sensatie, die een vervolg kreeg op de afdelingstentoonstelling. Deze werd toentertijd gehouden in Hotel Krasnapolski.  Heden ten dage is dit ondenkbaar, maar toen was het heel gewoon dat er twee zalen vol duiven het beroemde hotel bevolkten. De vroege Noyon doffer legde daar de kiem voor Piet’s volgende grote liefde. Namelijk die voor mooie duiven. De Noyon doffer bewerkstelligde dit door het winnen van de eerste prijs jonge doffers, geen geringe prestaties want de afdelingstentoonstelling was toen nog echt iets wat er toe deed en deelname was massaal.

Hoe hard de duivensport kon zijn leerde het jeugdlid Piet ook al direct. De organisatie was simpelweg vergeten hem een beker uit te reiken (Het was overigens de nog altijd levende Piet Hesterman die dit onrecht recht zette).

Als leerling stratenmaker bezat Piet nog geen liggende gelden zodat de duiven veelal gekocht werden van lokale grootheden. Eentje hiervan was Cor Boorsma. Toen Piet het inmiddels tot stratenmaker geschopt had opperde Boorsma! Boorsma was echter een geslepen melker met zeer goede duiven en vergelijkbare prestaties. Toen Boorsma verhuisde van Amsterdam Oost naar Amsterdam Noord werden al zijn duiven verkocht, Piet kocht een koppel  waarvan de  NL-69-1062262  die in 1972 de 1e van Bergerac vloog in de toenmalige afdeling Amsterdam en 3e nationaal over heel Nederland maar door geldgebrek niet nationaal gespeeld.

Topduiven 1. Dit wapenfeit deed Piet verlangen naar meer succes en doordat zijn stratenmakerhamer enige tijd later werd ingeruild voor een net jasje raakte zijn beurs beter gevuld. Piet, groot en sterk, werd namelijk portier in het Amsterdamse nachtleven en dit maakte de mogelijkheden om bij de voornamelijk Vlaamse topliefhebbers aan te kloppen een stuk groter! Zijn beurs zat een stuk voller dan de jaren daarvoor en dit bracht hem op vrijwel alle tophokken

Piet bezocht ze vrijwel allemaal. Hij belde ze op en meldde recht op de man af dat hij duiven wilde kopen. De Belgen niet vies van een centje ontvingen hem in de regel met open armen en vaak werd er voor jaren een vriendschapsband gesloten. Soms leidde dit er zelfs toe dat de top Belgen duiven kwamen showen op de club en regionale tentoonstellingen in Amsterdam Oost. Piet die het vertrouwen van menig topliefhebber had gewonnen haalde ze dan gewoon ‘eventjes’ op, bijvoorbeeld bij Desmet-Mathijs uit Nokere, Gebr. Debeare, Maurice Delbar, Albert van der Flaes, Tist Eyssen.

Piet had namelijk ook een groot hart voor het lokale verenigingsleven en spande zich altijd zeer voor in, en zo konden de ‘gewone jongens uit de stad’ de Vlaamse topduiven aanschouwen.  Ook bezorgde hij zijn vereniging vele malen een topverkoping door de nationale en internationale kopstukken te vragen om een bon. Veelal kende hij hen van zijn bezoeken maar indien niet het geval was benaderde hij ze gewoon. Telefonisch en direct op de man af! Piet werd er zelf bijna legendarisch door want het was soms onbegrijpelijk hoe groot de kwaliteit was van de bonnenverkopen die hij lang voor het huidige internettijdperk wist te organiseren.

Topduiven 2. De eerste duiven die hij voor eigen gebruik kocht op een tophok waren niet van zomaar een melker maar van Maurice Delbar uit Ronse. Er werden 12 duiven aangeschaft. Iets wat tegenwoordig niet ongewoon is, maar in het midden van de jaren zeventig van de vorige eeuw een echte bijzonderheid was. Het gemiddelde hok vloog met krijgertjes of duiven van lokale grootheden. België was nog een dagje weg en er duiven kopen was bepaald geen alledaagse aangelegenheid!

Piet was en is bijzonder in deze want hij toog keer op keer naar het Vlaamse land. Wat het nog specialer maakte was dat Piet niet in het bezit is van een rijbewijs! Dit belemmerde hem niet om alle grootheden te bezoeken.  Hij werd altijd gereden door een sportvriend of een familielid. Enkele illustere namen, Albert van der Flaes, het wonder van Ravels, Louis van Loon, een ander icoon van de Belgische duivensport, Tist Eijsden, de zwager van de beroemdste gebroeders uit Arendonk en nog vele anderen zagen Piet en zijn chauffeur ‘van dienst’ op hun erf verschijnen om duiven aan te schaffen. Zijn toenmalige vriendin sprak indertijd de legendarische woorden: “met de duiven zie je Piet zijn geld verschuiven”.

Sportief brachten al deze aankopen vaak niet het grote succes.’ Ik vloog als een natte krant’, aldus Piet. Piet was meer kweker/verkoper/liefhebber en vooral meer verenigingsman dan vlieger. De aangeschafte duiven werden vaak doorverkocht aan (bevriende) liefhebbers en daar vlogen de nazaten vaak wel de pannen van het dak. Piet schoot er niets bij in, hij verkocht de duiven altijd voor minimaal hetzelfde bedrag als waarvoor hij ze had aangeschaft. ‘Goudeerlijk’, aldus Piet. ’In het gewone leven was ik een boefje maar in de duivensport gaat/ging eerlijkheid boven alles’.

Klak stamboom kenner. Een verkoop van wijlen Freek Windstra uit Diemen bracht Piet op het spoor van de Klakduiven. Piet was al jaren fan van de wellicht de beroemdste Nederlandse duivenmelker ooit maar was er nog niet in geslaagd om ‘in het boekje’ van Jos te komen. Zonder als liefhebber in dit boekje te staan was het gewoon onmogelijk om duiven bij dit fenomeen aan te schaffen.

Dit was Freek Windstra, die grote sportieve ambities had, in het midden van de jaren negentig wel gelukt en er werden door hem in 1994 en 1995 in totaal 10 duiven van de grootmeester uit Reusel aangeschaft (waaronder een kind van de 613!) en ook bij de Klak’s neven de gebroeders Herman en Janus Borgmans werd door Windstra uit de schatkamer geput. Door het onverwachte overlijden van Windstra kwam begin december 1996 een einde aan diens plannen en kwamen de goudhaantjes uit Reusel plotseling op de markt.

Een sportvriend uit Amsterdam Jos Baars kwam bij Piet met een verkooplijst aan en Piet ontdekte een fout in één van de stamkaarten van Jos de Klak. Wat weinigen wist was dat Piet door de jaren heen namelijk een gepassioneerd stamboom kenner van het Klaksoort was geworden, en hij ontdekte een kleine omissie in de vastlegging van het levenswerk van de grootmeester uit Reusel. Piet nam natuurlijk direct contact op. Good-old Jos was blij dat iemand hem op de omissie wees. Het begin van een jarenlange (telefonische) band was geboren en Klak adviseerde Piet om uit de verkoop van Windstra 1 duif te kopen de hieronder genoemde Rooirander-duivin .

Rooirander duivin. Op de verkoop van Windstra kocht hij namelijk een dochter van de beroemdste Borgmans duif van dat moment, de Rooirander. De Rooirander was op het hok van de Gebroeders Borgmans in ’91 en ‘92 de absolute topduif met diverse provinciale overwinningen op NPO-vluchten. Windstra was erin geslaagd hiervan een dochter te bemachtigen. Een unieke duivin die na de verkoop dus verhuisde naar de kweekhokken van Rol!

Piet had geen passende doffer voor deze topduivin en nam contact met de Klak! Deze beloofde hem dat het goed zou komen en dat er een passende doffer beschikbaar zou komen. Het duurde even, de dochter van de Rooirander verbleef een klein jaar in de ren toen Herman Borgmans belde dat hij een doffer had die paste op de duivin. Piet toog in het najaar van 1997 naar Reusel, telde de gevraagde 250 gulden neer en het beste kweekkoppel van Piet Rol tot dan was geboren. Voor het eerst kweekte hij duiven die met de beteren mee konden. De ‘511’ was de eerste zoon van zijn droomkoppel en vloog maar liefst 43 prijzen in 3 jaar bij elkaar. Diens broer de ‘310’ was bijna even goed en meerdere nuttige kinderen kwamen ter wereld.

Band met Borgmans. Inmiddels waren de contacten met de gebroeders Borgmans aangehaald en met enige regelmaat verhuisden er duiven naar de Indische Buurt in Amsterdam Oost.  Ook in 2011, toog Piet nog naar Reusel om 2 jongen uit de ‘Autoduif’ te halen maar door de terug loop van de vraag naar gebroeders Borgmans duiven werden de Borgmansduiven verkocht.

Tot zijn spijt is Piet nooit op de hokken van Jos de Klak geweest, wel heeft hij via de lange telefoongesprekken die hij een aantal keer per jaar met hem voerde, veel van Reuselse kampioen opgestoken. Toen er eenmaal duiven van het soort Van Jos van Limpt op de hokken van Piet huisden leerde Jos Piet hoe hij een betere melker werd, en dit was al spoedig terug te vinden in zijn resultaten.

Een verschil van mening deed hem besluiten de vereniging waar hij al vanaf 1969 lid was in 2003 te verlaten om zich alleen nog maar te richten op zijn echte grote liefde. Het kweken van goede en mooie duiven. Deze duiven werden via Internet verkocht voor een schappelijke prijs indien de vaste klantenschaar duiven afnam. Inmiddels had Piet een aantal vaste klanten die jaarlijks uit het Reuselse goud kwamen putten. In 2011 werd er door een melker nog Teletekst behaald met een Borgmans duif. Eind juni 2011 heeft Piet alle Gebr. Borgmans duiven verkocht om zich te kunnen toe legen op de Leo Heremans-duiven. Zijn nieuwe liefde.

Heremans duiven. Sportvriend en gabber Dirk ten Brinke, ook uit Amsterdam Oost en helaas overleden in juli 2013, wees Piet herhaaldelijk op de meer dan voortreffelijke prestaties die Leo Heremans uit Vorselaar in die jaren behaalde. De levende legende uit Vorselaar presteerde de laatste decennia ongelooflijk. Na zijn eerste totale verkoop werden de prestaties zelfs nog beter. Dus zoals altijd trok Piet de stoute schoenen aan en benaderde de grote Vlaamse kampioen zoals hij al zo vaak had gedaan. Direct en recht door zee! Een bezoek werd gepland in de tweede helft van het voorjaar van 2011. Samen met zijn neef Frans Rol en Dirk Ten Brinke werd wederom een bezoek gebracht aan het bijna heilige Vlaamse duivenland en op de terugweg zaten er 8 goudklompjes in de mand! Wederom werd er niet op een cent gekeken om aan het beste van het beste te komen!

Sinds die tijd zijn er vele bezoeken gebracht aan de grootmeester uit Vorselaar. Vrijwel altijd gingen er duiven mee terug naar Amsterdam Oost. Ook werden er op advies van Leo regelmatig duiven aangeschaft op verkopingen van liefhebbers met rechtstreekse Heremans duiven onder de pannen.

Op deze wijze verhuisden er door de jaren heen tientallen Heremans duiven naar de Borneostraat. Piet werd door de jaren heen één van de liefhebbers met de sterkste Heremans kolonies uit de lage landen. Heel verwonderlijk was het dan ook niet dat vele liefhebbers Piet wisten te vinden. Heremans duiven waren in het algemeen onbetaalbaar en bij Piet Rol konden/kunnen ze voor een vriendelijke prijs bemachtigd worden! Wie wil dat namelijk niet!

Vele bekende en minder bekenden liefhebbers parkeerden hun auto sinds 2012 aan de Borneostraat om duiven met het gouden bloed uit Vorselaar te komen ophalen. Mannen uit de regio zoals Michel Beekman (Aalsmeer), Jac Spook (ook Aalsmeer sinds enige jaren), Harry Heimel (Amsterdam Noord), de combinatie Dirk Kelder en Frans Nauta, Fred Spronk (Zandvoort) en Frank Nebig (eveneens uit Zandvoort) wisten met zuivere Heremansen via Piet aansprekende successen te behalen. Ook aan liefhebbers buiten de regio Amsterdam werden er veel duiven verkocht. Vanzelfsprekend werd er ook daar veel succes mee geboekt, bijvoorbeeld door Johannes Pietersma uit Balk en Gebroeders van Eijk uit Pernis. De lijst met succesvolle liefhebbers is overigens veel langer maar niet iedere liefhebber wil met zijn naam op de referentielijst.

Piet zou Piet echter niet zijn als hij niet weer eens het geweer van schouder zou verhangen. Na een verhuizing in 2019 naar de nabijgelegen Madurastraat omdat zijn oude woning gesloopt werd in het kader van stadsherstel, werd in het najaar van 2020 besloten al zijn rechtstreekse Heremans duiven te verkopen. Ik kreeg een goed aanbod, aldus Piet. Koopman als Piet zijn hele leven al is besloot hij op het bod in te gaan. Inmiddels bezat hij meer dan voldoende nazaten van de reeds wat ouder wordende rechtstreekse Heremans duiven om zonder de rechtstreekse inbreng uit Vorselaar op een kwalitatief hoog niveau met kweken verder te gaan.

Voor eventueel geïnteresseerde kopers is er meer goed nieuws. Niet alleen zitten er voor het nieuwe kweekseizoen 14 doorgeselecteerde zuivere Heremans koppels (allen direct familie van de duiven die elders succesvol bleken), ook de prijzen zijn naar een nog iets vriendelijker niveau aangepast. 

Rust. Het leven van Piet is ten opzichte van de vorige beschrijving nog verder in rustig vaarwater gekomen. Tot voor enkele jaren geleden verdiende hij zijn brood met het onderhouden van een tiental speeltuinen in het centrum van zijn geboortestad maar momenteel mag hij genieten van zijn pensioen. Zijn duiven huizen na diverse omzwervingen door Amsterdam Oost na jaren in de Borneostraat, nu in de Madurastraat (zie elders op deze site) gehuisvest. Piet heeft zijn bestemming meer dan gevonden. Letterlijk en figuurlijk.  Sinds hij de actieve sport vaarwel zegde legt Piet zijn ziel en zaligheid in de verzorging van zijn (kleine) kolonie super kweekduiven. Een keuze waarvan hij nooit spijt heeft gekregen. Hij volgt de sport nog altijd zeer intensief, weet, ziet en hoort alles. Hij pluist de uitslagen uit en weet altijd waar goed gespeeld wordt en waar de goede duiven zitten! Kortom het leven lacht Piet nog altijd toe. Kortom Piet is nog altijd een gelukkig man!

Reacties zijn gesloten.